Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32]Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen [33]Gath, en nam haar in; daarna [34]stelde Hazael zijn aangezicht, om tegen Jeruzalem op te trekken. 32. Namelijk, nadat Jojada nu gestorven was en Joas zijn wegen verdorven had, 2 Kron.24:22,23. 33. Zie 1 Kon.2:39. 34. Zijn aangezicht ergens naar stellen, is iets ernstiglijk voornemen en aangrijpen. Zie 2 Kron.20:3; Jer.42:15; Ezech.21:2; Dan.9:3; Luk.9:51.